Op weg met Tobias

                                                    Verteltheater met muziek.   

           Vertellers Manjo Joosten en Henk Mennes

            Muziek Paul de Ridder. Inleider Rolf Zeldenthuis.

                 Volwassen en kinderen vanaf 7 jaar.

7 april 15.00 De Cultuurhoek, Engweg 14, 3972 JH Driebergen.
Kaarten €15 (incl. drankje na afloop) contant aan de zaal of overmaken na aanmelding. Reserveren
info@manjojoosten.nl of sms 0653271289.

8 april  20.00 Ledenavond AVIN, Stichtse Vrijeschool, Socrateslaan 3707 Gl Zeist.
Vrijwillige bijdrage (richtbedrag €15)contant aan de zaal. Inleider Frans Lutters.

14 april 15.00 Aardewerkplaats Amiel, Windheuvelstraat 3A, 6971 JV Brummen. Kaarten €15 (incl. drankje na afloop) contant aan de zaal of overmaken na aanmelding. Reserveren hmmennes@planet.nl of sms 0646846775.

21 april 15.30 Vreedehuis, Riouwstraat 1, 2585 GP Den Haag.
Vrijwillige bijdrage ( richtbedrag €15), contant of overmaken na aanmelding. Reserveren info@manjojoosten.nl of sms 0653271289.

Het verhaal…

….vertelt van de oude, blinde Tobit die zijn zoon Tobias op pad stuurt om in de stad Rages een som geld in ontvangst te nemen. Onderweg krijgt hij gezelschap van Azarias die in werkelijkheid de aartsengel Rafaël is. Tobias herkent deze echter niet. De engel is door God gezonden om Tobit en Sara, de dochter van de neef van Tobit, die in de ban is van een boze geest, te genezen. Tobit van zijn blindheid en Sara van haar demon. Pas nadat Tobias de door Rafael opgelegde beproeving het moedig overmeesteren van een bedreigende vis, heeft doorstaan, ontvangt Tobias van Rafaël de krachten om bij Sara en Tobit genezing tot stand te brengen. Het hart, de lever en de gal van de vis zijn het ‘medicijn’ maar daarvoor moet Tobias wel zijn twijfel en angst hebben overwonnen en zichzelf als mens die genezen kan serieus nemen.

De mens als genezer

De gebeurtenissen spelen zich af in Ninevé (Babylon) tijdens de ballingschap van het Joodse volk onder koning Nebukadnezar. Het is een historische gebeurtenis uit de 6e eeuw voor Christus.
Tobit
behoorde tot diegenen die verantwoordelijkheid droegen voor het in stand houden van de wetten van het Joodse volk in een tijd van ballingschap. Zo begroef hij de doden volgens het Joods ritueel hoewel dat verboden was. Tobit houdt ondanks de veranderde omstandigheden en op gevaar van eigen leven vast aan oude wetten en regels. Dat kun je als iets positiefs zien, hij laat zich niet andere wetten voorschrijven. Aan de andere kant is er ook sprake van verstarring, fanatiek aan het oude vast willen houden. Het lot wil dat juist, nadat hij een gestorven volksgenoot tegen de regels in heeft begraven, hij door uitwerpselen van een vogel blind wordt. Hij is daardoor min of meer gedwongen zijn blik naar binnen te richten. Misschien komt hij tot het inzicht dat het gaan van een eigen weg de toekomst is en dat zijn zoon daar een begin mee kan maken. Hij zelf is er te oud voor om nog een dergelijke ontwikkeling te gaan.

Rafaël ( God heelt) is de aartsengel van harmonie en vrede, beschermt reizigers maar bovenal is hij de genezer (Mercurius). Ziekte en genezing heeft met ontwikkeling te maken. Rafaël is dan ook de engel die liefheeft voor dat wat zich naar de toekomst ontwikkelt. Het is niet voor niets dat God van alle zeven aartsengelen uitgerekend  Rafaël zendt om Tobias te begeleiden in zijn ontwikkeling ….tot genezer. En zonder moed, vertrouwen en liefde voor de ander, de mensheid en de wereld kun je geen heler zijn.

Tobias staat voor de moderne mens die ondanks zijn twijfel en angst ,de moed  en de wil heeft ‘op weg te gaan’. Vertrouwend op ‘zijn engel’ en op dat wat zich naar de toekomst ontwikkelen wil, zodat nieuwe, helende krachten in hem levend worden.

Op weg met Tobias: een brug tussen Kunst en Pedagogiek

Met deze voorstelling slaan we net als bij onze vorige productie Op weg met Gilgamesh een brug tussen kunst en pedagogiek. Beide vertellingen maken deel uit van de zogenaamde vertelstof  die in de Vrijescholen gehanteerd wordt. De leerlingen krijgen verhalen verteld die aansluiten bij de leeftijdsfasen. Het verhaal van Tobias komt uit de apocriefe boeken van het Oude Testament en wordt verteld aan leerlingen in de leeftijd van 7-8 jaar. In het Oude Testament wordt de ontwikkelingsgeschiedenis van het Joodse volk beschreven die gelooft in de autoriteit van God maar die soms ook de confrontatie met Hem aan gaat.

De innerlijke strijd die het Joodse volk onder de strenge maar rechtvaardige leiding van God moest doormaken, heeft betekenis voor de 7-8 jarige. Hij is nog volger, maar zoekt soms morrend en overtredend de grenzen op. De verhalen markeren de overgangsfase waarin het kind zich bevindt: van nog worden geleid door een autoriteit naar een steeds meer zelf in de hand nemen van het lot en daarmee het vinden van een persoonlijk bewustzijn.